Marc Pantus is thuis in zowel opera-, lied- als oratoriumrepertoire. De bas-bariton zong bij De Nationale Opera in Amsterdam, Opera Holland Park in Londen en bij Opera Basel. In 2019 maakte hij zijn debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest in Kurt Weill’s Die Sieben Todsünden.
Na een zangstudie in Nederland en de VS, trad Pantus op met uiteenlopende ensembles als De Nationale Opera, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de Nederlandse Bachvereniging, Asko|Schönberg, acteurscollectief Wunderbaum en cross-over dansgezelschap ISH, onder leiding van dirigenten als Cristian Macelaru, Jan Willem de Vriend, Kenneth Montgomery, Ed Spanjaard, Reinbert de Leeuw, Alan Curtis, Paul McCreesh en Jos van Veldhoven.
Sinds 2000 profileert Marc zich ook als regisseur en vormgever van opera en muziektheater en werkte onder andere voor I Piccoli Holandesi, Wishful Singing, Frommermann en het Coco Collectief. Met pianist Rudolf Jansen voerde Marc de drie grote cycli, Winterreise, Die schone Müllerin en Schwanengesang van Schubert uit. Bovendien nam hij met Jansen een bijzondere cd op met werk van Nederlandse componisten op teksten van Heinrich Heine, genaamd Harry, Heine in Holland.