UvA-Artisbibliotheek

Plantage Middenlaan 45 1018 DC Amsterdam

De Artisbibliotheek ontstond tussen 1867 en 1872. De Westelijke vleugel heette aanvankelijk Faunagebouw, omdat een deel van de collectie zoölogische preparaten en schelpen daar was tentoongesteld. Tussen 1894 en 1965 waren op de bovenverdieping ook de door P.L. Steenhuizen geprepareerde natuurtaferelen van het Museum der Nederlandse Fauna te zien, in glazen vitrines of onder hoge stolpen opgesteld Ook was er een Japans Museum, een "torrenkamer" en een schelpenmuseum.

Grondlegger van de indrukwekkende boekencollectie was Artis-oprichter en  -directeur G.F. Westerman (1807-1890), voordien boekhandelaar van beroep. In 2005 is een groot deel van de 20ste eeuwse collectie verhuisd naar de bibliotheek van het Zoölogisch Museum van de UvA aan de Mauritskade en vandaaruit, in 2011, naar het NCB in Leiden. De oorspronkelijke Artis-collectie mocht in haar eigen sfeervolle, oude zaal blijven, inclusief de atlassen van Blaau, de beroemde Description de l’Egypte uit Napoleons tijd, de vroege drukken van M. S. Merian’s Surinaamse Insecten en de fraaie verzameling Linnaeana, de tweede ter wereld.

Tot 1920 diende een deel van de benedenverdieping als Zebra- en Paardenstal; de laatste Quagga, een nu uitgestorven zebrasoort, overleed daar op 12 augustus 1883. Ook had de Artis- kunstenaar Jaap Kaas er bijna 20 jaar lang, tot 1945, een eigen atelier. Tussen 1963 en 1989 was in de voormalige stallen het eerste Nachtdierenhuis te zien, een noviteit in de dierentuinwereld. De twaalf grote, pastelkleurige dierensgraffito's aan de straatzijde, een gemeente-opdracht aan J. Groenestein, dateren van 1952